Beroemde Variker tweehonderd jaar geleden geboren
Jan Hendrik van Grootvelt, 1808 – 1855

Tweehonderd jaar geleden werd in Varik Jan Hendrik van Grootvelt geboren (16 december 1808)

Afb. 1. Jan Hendrik van Grootvelt, Zelfportret, circa 1850.
Olieverf op paneel, 13,3 x 11 cm. (Particulier bezit)

In zijn tijd was hij een beroemd kunstschilder. Op 17-jarige leeftijd won hij een Koninklijke medaille, als afsluiting van zijn opleiding aan het Stads Instituut voor Teeken- en Schilderkunst in ’s-Hertogenbosch. Vanaf zijn negentiende exposeerde hij geregeld in binnen- en buitenland. Al in 1842 werd hij eervol vermeld in het schildersboek van Immerzeel Zijn werken waren zeer gezocht, bijvoorbeeld door verzamelaars. Hij was leermeester van enkele bekende leerlingen (Petrus Marius Molyn 1819-1849, Carel Joseph Grips 1825-1920). Bij zijn overlijden, op 8 juni 1855, noemde de krant in Den Bosch hem “de voornaamste der Nederlandsche kaarslicht-schilders”. Kramm memoreerde het overlijden uitgebreid in zijn schilderslexicon (1858). Ook het gedenkboek van zijn opleidingsinstituut in Den Bosch (1859) betreurde hem oprecht.

De familie Van Grootveld uit Varik

Jan Hendrik was de oudste zoon in het gezin van Dirk van Grootveld uit Varik en Anna Elisabeth Velcke uit Heerewaarden. Dirk was op zijn beurt oudste in het gezin van Jan Hendrik van Grootveld en Dirkje Bussing (Bussink). Met dit echtpaar zijn we bij de beroemde Varikers. De vader van deze Jan Hendrik, Dirk van Grootveld, was tussen 1772 en 1784 diakon van de hervormde kerk. Tevens was hij schout van Varik. Als schout en als “boekhoudende diakon” was Dirk betrokken bij, onder meer, de leniging van de nood tengevolge van “de droevige overstroming” in de winter 1783–’84. De schout-diakon bleek te vrijgevig. In 1784, toen Dirk “afgaande diakon” was en opgevolgd zou worden, bleek de kas van de Varikse kerkenraad niet te kloppen. Het heeft nog veel moeite gekost om de tekorten aangevuld te krijgen.

Zijn schoondochter Dirkje Bussing was betrokken bij de rel in december 1795, toen volk te hoop liep in de gereformeerde kerk voor de samenstelling van een nieuwe,  Fransgezinde dorpsregering. Vooral roomsen meldden zich aan; de anderen, veelal gereformeerden, moesten de kerk verlaten. Dirkje Bussing was een van degenen die het felst protesteerden: “De kerk behoort aan de gereformeerden en niet aan de paapen!” Later vielen er nog klappen in de dorpsherberg. Het kwam tot een rechtszaak, waarbij de verdachte overigens bij gebrek aan bewijs werd vrijgesproken.

In het gezin van Jan Hendrik van Grootveld en Dirkje Bussing zijn vier kinderen bekend: Dirk (geb. 1 maart 1787), Trijneke (21 oktober 1788), Alida (1794) en Hendrik (31 maart 1797). De oudste, Dirk, trouwde met Anna Elisabeth Velcke, dochter (geb. Heerewaarden ong. 1784) van Arnoldus Velcke en Adriana van den Heuvel. In het gezin van Dirk en Anna Elisabeth werden tussen 1808 en 1815 vijf kinderen geboren. Jan Hendrik, de latere kunstschilder, werd geboren op 16 december 1808. Een meisje Adriana overleed jong, op 20 mei 1811. Het volgende meisje werd weer Adriana genoemd, geboren in Varik op 15 maart 1812. Vervolgens verhuisde het gezin naar ’s-Hertogenbosch.


Verhuizing naar ’s-Hertogenbosch

In Varik was Dirk van Grootveld “aardappelteelder” van beroep. Aardappelboeren in de Tieler- en Bommelerwaard hadden het niet makkelijk. De oogsten mislukten vaak door overstromingen van Maas en Waal en door ziekten in de gewassen. Veel boeren konden het niet bolwerken.
In 1813 liep de bezetting van Nederland door de Fransen ten einde. In december naderden de bondgenoten. Op 26 januari 1814 werd Den Bosch ontzet. Als belangrijk militair knooppunt kreeg deze stad nu een aanzienlijke legermacht. Veel jonge mannen vonden emplooi in het leger. Dirk van Grootveld was in 1814 sergeant bij het Zeventiende bataillon Infanterie Landmacht in ’s-Hertogenbosch.
Op 13 juli 1814 werd in Den Bosch het dochtertje Dirkje geboren. De vader ging de geboorte aangeven, vergezeld van Huibert de Vries en Gerrit Roosendaal, soldaten uit Dirks bataillon. Het meisje werd gereformeerd gedoopt in de Bossche Grote Kerk op 24 juli. Het overleed op 13 oktober daaropvolgend – de kindersterfte was enorm in die tijd. Ook nu werd de aangifte door de vader gedaan, vergezeld van Johan Christiaan Iseken, sergeant in hetzelfde bataillon. Hier werd het woonadres van de Van Grootvelds vermeld: wijk D,  Diepstraat nr 416. Dit was ook hun adres bij de volkstelling in 1814. Het gezin moet in 1814 dus in Den Bosch hebben gewoond.
In de Diepstraat woonden veel ambachtslui en kleine handelaren. Ook woonden er veel militairen; er waren (dus) veel kroegen en “koffijhuizen”. In wijk D woonden veel mensen uit andere steden in Zuid- en Noord-Nederland, alsook uit Duitsland en Zwitserland. Wonen in “de grote stad” zal een hele overgang zijn geweest voor de Varikers.  

Vader Dirk had zijn domicilie in de kazerne. Moeder Anna Elisabeth droeg de zorg voor haar jonge gezin veelal alleen. De geboorte en dood van Dirkje waren wellicht ingrijpende gebeurtenissen voor de ouders, in hun vreemde omgeving. Voor de geboorte van de jongste in het gezin, Barend (29 september 1815), zocht de moeder de vertrouwde omgeving van haar Varikse schoonfamilie weer op.

Vader Dirk bleef sergeant bij de infanterie. Jan Hendrik genoot in ’s-Hertogenbosch zijn opvoeding; als jongeling ging hij bij een boekdrukker in de leer. Per 1 oktober 1824 startte hij het avondonderwijs aan de tekenschool, dat gratis werd gegeven aan kinderen uit arme gezinnen. In september 1827 sloot hij het af als winnaar in de hoogste klasse, beloond met de genoemde zilveren medaille vanwege de Koning.
Jan Hendriks zus Adriana werd naaister. Barend leerde het vak van kleermaker.

Nazaat van overtuigde gereformeerden

Jan Hendrik was dus nazaat van een lid van de Varikse kerkenraad alsook van een strijdbare gereformeerde grootmoeder. Het meisje waarmee hij trouwde (op 15 oktober 1830), de timmermansdochter Elisabeth van der Kraan, kwam ook uit een godsdienstig gereformeerd en vaderlandslievend milieu. Toch heeft Van Groovelt (bijna) geen godsdienstige voorstellingen geschilderd. Eén titel is bekend, niet eens de afbeelding zelf: Christus de sleutel gevende aan Petrus, in tegenwoordigheid van zijne Apostelen. Hij exposeerde dit op de tentoonstelling in Den Bosch in 1828. Het is onbekend waarom hij dit werk, met de suprematie van Petrus dus van het pausdom tot onderwerp, heeft gemaakt. In 1827 kwam, zeer tegen de zin van het protestantse deel der natie, een concordaat tot stand tussen koning Willem I en Rome. In 1828 leek dit verdrag te wankelen en Den Bosch vierde feest, voorbarig. Wie heeft Jan Hendrik met Christus de sleutel gevende willen plezieren?    

Hulp in de kroeg

Moeder Anna Elisabeth werd kroeghoudster op hun woonadres Sint Jacobskerkhof D 483. In het sociale milieu waarin zij leefden, zorgde de huisvrouw en dochters vaak voor neveninkomsten. Het salaris van de sergeant was mager voor dit gezin met drie opgroeiende kinderen; vermoedelijk heeft Anna Elisabeth al vroeg bijverdiend. Den Bosch had veel kroegen en “koffijhuizen”. De mobilisatie vóór 1830 en de staat van beleg daarna leidden tot een overbevolking aan militairen en een verminderd politietoezicht. In veel kroegen verspreid over de stad en in de “mot- en ravothuizen” zochten soldaten hun vertier. Dochter Adriana zal vaak in de kroeg hebben bijgesprongen. Ook had Anna Elisabeth hulp van haar jongere zus Adriana (geb. Heerewaarden 7 juni 1804), die in Den Bosch bij de Van Grootvelds inwoonde. Eerst raakte Jan Hendriks tante Adriana in verwachting van een onbekende vader. Zij bracht haar kind niet bij haar familie in Heerewaarden ter wereld, maar in Varik (3 oktober 1828). Vervolgens raakte zijn zus Adriana zwanger van een kanonnier, Geert Jobing, met wie zij overhaast trouwde (21 september 1833). Het jonge stel verhuisde naar Rolde, in Drente, de streek waar Geert vandaan kwam. Vervolgens kreeg tante Adriana nog enkele onwettige kinderen (1836, 1838, 1843 en ong. 1845). Uiteindelijk trouwde zij in Heerewaarde op 7 september 1847 met de weduwnaar Jan Valkhof. Zelf weduwe geworden, hertrouwde zij op 7 maart 1851 met Jacob van Brakel.

Jan Hendrik van Grootvelt, die later veel kroegscènes schilderde, met drinkende, rokende, kaartende, zingende, dansende en vrijende mensen, kon blijkbaar uit zijn herinnering putten.

“De Kaarslichtschilder”

Jan Hendrik van Grootvelt is bekend geworden als schilder van binnenhuizen, veelal maar niet alleen boerenbinnenhuizen, herbergen, markten, winkels en klaslokalen, beschenen door licht van kaarsen, olielampen, een open haard, lantaarns, de maan, een onweer, een uitslaande brand, enzovoort. Dit was een van de veelbeoefende genres in de West-Europese Romantische schilderkunst. “De kaarslichtschilder” Van Grootvelt was ongetwijfeld een van de groten in dit genre. 

 

Afb. 2. Jan Hendrik van Grootvelt. De gouden bruiloft. Ges. en 1842.

Olieverf op paneel, 47 x 60 cm.

 

Op afbeelding 2. , “De gouden bruiloft”, zijn veel van bovengenoemde ingrediënten aanwezig. Er wordt gedronken, muziek gemaakt, gedanst, gerookt, omhelsd: gezelligheid troef. Er zijn verschillende lichtbronnen: kaarsen links en rechts en de lamp in het midden. Links van de lamp is de schouw zichtbaar; het haardvuur belicht de dansvloer met een rode gloed.

Barend terug naar Varik

De Van Grootvelds in Den Bosch onderhielden vermoedelijk hechte banden met Varik. Althans Jan Hendriks jongste broer Barend keerde terug naar zijn geboortedorp, trouwde er en stichtte er een gezin. Eerst trouwde hij op 21 januari 1842 met Geertje van de Graaf, dochter (geb. Varik 16 maart 1818) van Machiel van de Graaf en Catharina Clements. Op 23 december 1858 hertrouwde hij met Elisabeth Verbeek, dochter (geb. Est 23 maart 1834) van Gerrit Verbeek en Leijntje Kleij. Uit het eerste huwelijk zijn vier, uit het volgende zijn zes kinderen bekend, allen in Varik geboren. Van deze tien kinderen waren er twee jongens, Jan Hendrik (geb. ong. 1861) en Barend (geb. 1864); beiden werden ook kleermaker.

Wellicht wonen er nog achterneven en –nichten van de kunstschilder in Varik?!


Rivierenlandschap: Varik?

In het gezin van Jan Hendrik van Grootvelt en Elisabeth van der Kraan werden vijf kinderen geboren, waarvan alleen het tweede in leven bleef. Zij woonden na Den Bosch in Rotterdam (1833-1842), Ravenstein (1843-1852) en vervolgens weer in ’s-Hertogenbosch, waar Jan Hendrik overleed.

Of hij dikwijls naar Varik reisde, is onbekend. Tussen zijn tientallen door kaars- en lamplicht verlichte binnenhuizen, herbergen, markten, winkels en klaslokalen, kom je soms plotseling een buitenaanzicht van een boerenhuis of herberg tegen, in een landelijke omgeving, tegen de achtergrond van een prachtig rivierenlandschap. Het is alsof Van Grootvelt warme herinneringen aan het dorp van zijn jeugd heeft bewaard.

 

Afb. 3. Jan Hendrik van Grootvelt. Gezelschap voor een boerenhuis of –herberg.
Ges. met monogr. en 1831 r.o.
Olieverf op doek, 45,1 x 56,5 cm

Al in 1831, dus toen hij nog in Den Bosch woonde, schilderde hij dit Gezelschap voor een boerenhuis of –herberg (afb. 3). Aan de horizon, boven de rivier, zijn een kerktoren en een molen zichtbaar. Er zijn meer buiten-scènes bekend. Een herberg aan een rivier is ook te zien op het niet gedateerde Outside the Inn of Dorpsgezigt; ook hier molens in het verschiet. Vor der Wirtschaft zum Schwanen, uit 1846, toont een zestal schippers die buiten voor het café zitten te drinken, met zeilboten op de rivier in maanlicht. Van Grootvelt heeft minstens één Landschap geschilderd. Ook hier is alleen de titel en niet de afbeelding bekend. Het is (nog) onbekend of dit een rivierenlandschap betreft. Graag zou je in de verte de Dikke Toren van Varik herkennen, of de molen op de Waalbandijk…

Spreiding van het werk van Van Grootvelt

Jan Hendrik van Grootvelt nam vaak deel aan tentoonstellingen, tussen 1825 en 1855 minstens aan 35. Meestal exposeerde hij een keer per jaar, maar soms ook twee of zelfs drie keer. In 1854, het jaar voor zijn overlijden, was werk van hem te zien op vijf tentoonstellingen. Meestal betrof het een zogeheten “Tentoonstelling van werken van nog in leven zijnde Nederlandsche meesters” in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. Maar hij exposeerde ook in de provincie: Groningen, Leeuwarden, Zwolle, Kampen, Utrecht en ’s-Hertogenbosch. Minstens twee keer exposeerde hij in Lübeck.

Die tentoonstellingen waren voor kunstenaars dé gelegenheid hun schilderijen te verkopen. Zo raakte het werk van Van Grootvelt verspreid tot ver buiten Nederland. Verblijfplaatsen van zijn schilderijen en tekeningen waren of zijn: de musea in ’s-Hertogenbosch en Rotterdam en bij particulieren in Nederland, verder ook Engeland, Duitsland, Oostenrijk, Polen, Letland (museum van Riga), Rusland (museum in Moskou), Zwitserland, Italië, Australië en Canada.

Wat brengt de toekomst?

Er zijn momenteel zo’n 160 werken bekend, maar er worden regelmatig stukken van Van Grootvelt te koop aangeboden bij de grote en kleinere veilinghuizen: over de laatste dertig jaren gemiddeld twee per jaar. Ze behandelen vaak dezelfde onderwerpen of thema’s: binnenhuizen, marktkramen, enzovoort. Maar soms verschijnt een werk over een nog onbekend thema. Stadsgezichten en portretten van zijn hand zijn zeldzaam. Er is nog maar één Straatmuzikant, één Bellenblazertje, één Artzbesuch, één werk in historisch kostuum bekend. Na de vele gevogelte- en visstalletjes verschijnt plotseling één Oliebollenkraam. Er moet één Landschap bestaan. Vinden we ooit een Variks dorpsgezicht door Jan Hendrik van Grootvelt? Het is niet onmogelijk.

Het Noordbrabants Museum in ’s-Hertogenbosch bezit enkele karakteristieke werken van Jan Hendrik van Grootvelt. In dit jaar van zijn tweehonderdste geboortedag heeft het Bossche cultuurhistorisch magazine Bossche Bladen een artikel gewijd aan voornamelijk de jonge jaren van de schilder:

H. van der Bruggen, “Het Stads Instituut voor Teeken- en Schilderkunst en de schilder Jan Hendrik van Grootvelt”. In: Bossche Bladen 10, 2008, 2, blz. 38-45.

 

 

Reacties op deze bijdrage aan de website van Varik a.u.b. naar:

harry.vander.bruggen@hetnet.nl


Nog enkele schilderijen:
 
    Avondmarkt
   Bezoek van een geleerde
   Huiselijk geluk
Avondmarkt (1850)
olieschilderij
61.5 x 74 cm.
Bij 'Sotheby' in Amsterdam verkocht op14 april 1992
   Buiten de herberg (1831)
   (in de lijst)


 
   Buiten de herberg
   In groot formaat. (klik op de afbeelding)
Kunstlicht interrieur met marskramer (1837)
37 x 47 cm  schilderij  paneel, olieverf 
Collectie: Noordbrabants Museum, ’s-Hertogenbosch

(Extra informatie van het museum:
Jan Hendrik van Grootvelt was een tijdgenoot van Petrus van Schendel. Ook hij specialiseerde zich in het schilderen van kaarslicht. Van Grootvelt legde zich toe op taferelen met kaartspelers, herbergscènes, musicerende gezelschappen en markttaferelen met speciale lichteffecten. Hij besteedde veel aandacht aan de streekdracht en aan de gedetailleerde weergave van voorwerpen. Die interesse voor stofuitdrukking is door Van Grootvelts leerling Charles Grips voortgezet.


 


Een vrolijk gezelschap 1837
Op 2 september 2007 bij 'Christie's' te koop aangeboden, maar niet verkocht.

53x 41,5 cm


Marktscene bij avond
Op 8 december 2007 bij veilinghuis: 'De Vuyst' geveild
   
Un estaminet de Village - Effet de Lumière (d’après M.J.H. van Grootvelt)
waarschijnlijk wordt hier bedoeld: "Naar ideeën van J.H. van Grootvelt"

Houtgravure uit L’Illustration Européenne van 11 Maart 1876
De afmeting is 20 x 16 cm
"Belangrijk nieuws"  1836

paneel: 40,5 x 33 cm

Te koop aangeboden op 11 april 2009

Vraagprijs 3000 euro


Bellen blazen, olie op paneel 22,9 x 17,9 cm., gesigneerd l.o. en gedateerd 1845
 

De fascinatie van de romantische schilders voor de geheimzinnige krachten van de natuur leidde halverwege de 19e eeuw tot de herleving van het 17e-eeuwse genre van het nachtgezicht, ook wel 'nocturne' genoemd. Ook Jan Hendrik van Grootvelt specialiseerde zich in het schilderen van interieurs en straat- en marktscènes bij kaars- en lamplicht. Hij werd opgeleid aan de Koninklijke School in Den Bosch. Zijn schildertalent werd al vroeg bekroond: in het leerjaar 1826/27 kreeg hij voor zijn werk een medaille. Van Grootvelt zond zijn werk in de periode 1830-1837 regelmatig in voor de jaarlijkse Tentoonstelling van Levende Meesters; zo was zijn werk voor een groot publiek te zien in onder andere Den Bosch, Amsterdam, Den Haag en Rotterdam.

 

Het winnende danspaar, olie op paneel 47,5 x 60 cm, gesigneerd r.o. en verso en gedateerd 1842 recto en verso

Ook genoemd: de gouden bruiloft
 

De oude straatmuzikant, olie op paneel 44,5 x 57,3 cm, gesigneerd l.o. en gedateerd 1835
 
Een kraam met gevogelte op de avondmarkt 1842

17,5x 15,5 cm

Een sepia met drie figuren bij kaarslicht door J.H. van Grootvelt, gesigneerd,
35,5 x 27 cm.

 
Zie tekst

Dit schilderij is vermoedelijk niet van J.H. van Grootvelt. Als de naam Grootvelt al zou voorkomen op het werk, zou vermoedelijk Jan David Geerling Grootveld bedoeld zijn.
Hun schilderstijl is verschillend, het onderscheid is makkelijk te maken.

 

Portret van een baby in een parc 1836. Olie op eiken paneel
40 cm x 30 cm
Buiten de herberg 1850

52,5x 78 cm

 

 

 

 

Dansen in de herberg 1850

52,5 x 78 cm

Het kaartspel
Olieverf op paneel.
70x93
Jan Hendrik van Grootvelt (Varik 1808-1855 Den Bosch) De uitstalling van suikerwerk voor het Sint Nicolaasfeest - Kunsthandel Simonis en Buunk, Ede (Nederland). De uitstalling van suikerwerk voor het Sint Nicolaasfeest, 

olie op paneel 40,1 x 48 cm.,

gesigneerd m.o. engedateerd 1841

   
   

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bezoekersteller

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VAN DER KRAAN Elisabeth
* 's-Hertogenbosch 22-06-1811
x 's-Hertogenbosch 15-10-1830 VAN GROOTVELT Jan Hendrik, zn. van Dirk van Grootvelt en Elisabeth Velke.
* Varik 16-12-1808
uit dit huwelijk: