Aan de oostkant van Rumpt is de Boutensteinse sluis te vinden. Via deze sluis waterden 7 dorpen af op de Linge.
Hieronder het verbond dat geloten werd in 1476

                                               Een Verbond van Heessel Est, Opijnen,
en Neerijnen Hiern ende Thuijl,
met de Stadt Boemel, aangaande
de Bautestijnse Sluijs Anno 1476.

Wij gemijn heemraden der ses dorpen, Heessel Est, Opijnen en Neerijnen, Hiern ende Thuijl, van wegens der dagelijkschen Heeren der ses dorpen voorschreeven, die nu sijn ofte namaals wesen sullen, tekennen met desen oepenen brief, voor ons ende onse nakomelingen, dat wij bij wil ende consent der dagelijkschen Heeren ende gemeijnen geërfdens voorschreeven, gelooft hebben ende geloven, den schepenen, Borgemeesteren ende Raad der Stadt van Zalt Boemel; dat wij Erfelijk, ewelijk ende nimmermeer metter Stadt Zalt Boemel voorschreeven, timmeren, maaken metzelen ende in gereeck halden sullen, die Bautestijnsche Sluijsen, alsoo dat het land van Tielrewaard daar mede bewaard sal weesen, tot Koer ende Vonnisse der Heemraden van Tielrewaard voorschreeven, ende allet wat kosten zal, zullen wij die één helft, ende die stadt van Boemel die andere helft betaalen, soo dick als gebooren sal, mergen mergentaals gelijk, alle die in desen ses dorpen voorschreven geërft zijn, ende die een den anderen daer goede bewijslijke reekeninge afdoen, sonder arglist. Dit voorschreven, hebben wij, gemijn Heemraaden, die nu sijn of namaals wesen zullen, voor ons ende van weegens dagelijkschen Heeren ende der gemeijn geërfdens geseekert ende gelooft seekeren ende gelooven in goeden trouwen bij onsen eeren, sekerhijt ende in geregter Eed Staat the voldoen ende te voltrekken als voorschreven Steed, ende oft saak waar, dat wij niet en deden noch en hielden gelijk voorsz: steet, dat Godt verhueden, soo gelooven wij gemijn Heemraden der ses dorpen voornoemt, voor ons ende onse nakomelingen van wegen der dagelijkschen Heeren ende ook der gemijn geërfdens der dorpen voorgenoemt, den Schepenen, Borgemeesteren ende Raat der Stadt van Salt Boemel, die nu sijn oft hier namaals wesen zullen, soo wanneer wij in gebrek der Puincten vurschreven gevallen waaren, dat wij als dan uit elken der ses dorpen voorschreeven, zullen zenden eenen geswoeren Heemraad, die ons metter alder Eersten, maninge van der schepen, Borgemeesteren en Raad voorschreven, benoempt zullen worden in te komen leijsten, als goeder eerbaar mannen in een goede herberge, die hen beteijkent sal worden, ende in der selver herberge the blijven liggenleijsten rusten kost der ses dorpen voorschreven soo lange ende ter tejd toe dat wij voldaan ende voltrokken hebben t geen daar wij in gebreck in weren den schepenen, Borgemeesteren ende Raadt der Stadt Zalt Boemel, ende om meenevestenisse wil dat dit aldus voltogen souden worden, soo hebben wij gemijn Heemraden de ses dorpen voorschreeven gebden die ongelijxsche Heeren, nu ter teijt wesende, asl Gerit Heer tot Waardenburg, Erfhoefmeester der landen van Gelre, voor Hiern en Neerijnen, Johan van Rossum voor Heessel, Johan die Cock voor Opijnen Derik van Tuijl voor Tuijl ende Gijsbert van Tuijl voor Est; dat deese voorschreven desen tegenwoordigegen brief voor ons ende onzen nakomelingen ende van haar zelfs wegen voor ons ende hen te willen zegelen, dat wij gern gedaan hebben, ende hebben, des 't oorkonde ons segegelen aan desen brief gehangen, in 't jaar ons Heeren duijzent vier hondert ses ende 't seventigh, op Zunte Servatius dagh, Bisschop ende Confessoir-

Transfix

Ik Gerrit van Tuijl doe kont afsenbaar alsoe tussen die Stadt van Salt Boemel, ende de ses dorpen als Heessel, Est, Opijnen Neerijenen, Hiern ende Tuijl sommige tractaten ind voirwaarden bedinght zijn, aantreffende onse Bautenstijnse Sluijs ind der nemainer watergangh nae uitwiesinge des tegenwoordigen briefs daer desen mijner transfix doer gesticken is welken brieff ind tractaet ick van wegen der  dagelijksen Heerlickheid ind des kerspels van Tuijl mede besegelen solden als een dagelijksen Heer des zelven Kerspels van Tuijl voorschreeven, ende want ick genen segelen hebbe 't deser teijt, heb darom gebden Dirk van Tuijl mijnen lieven vader en den naam van mijn voor mijn, mijnen nakomelingen,  ind voor dat kerspel van Tuijl, desen brieff tegenwoordigh mitters anderen dagelixen Heeren in desen brief benoemt the willen besegelen dat isk Derik van Tuijl voorschreeven om bede ind begeeren wil Gerrits van Tuijl mijn soons voor genoemt ind van wegens der kerspels van Tuijl geern gedaan hebben.
In kenisse der waarhijt, gegeven in 't jaar ons Heeren dusent vier hondert ind ses ind seventigh op Sunteservaasdagh Bisschop in Confessoir.

Hieronder het eertse blad van dat verbond

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bezoekersteller