Bijna 175 jaar geleden stierf Stoffel Muller

Varik laatste rustplaats van omstreden Sekteleider

Ongeveer 175 jaar geleden liep er een afgetakeld Rijnschip het toenmalige haventje van het dorp Varik binnen. Aan het roer stond Maria Leer, die tot haar ontzetting zag hoe haar, in het vooronder liggende echtgenoot Stoffel Muller de laatste adem uitblies. "Maria, ik zal woning in je blijven houden" , waren zijn laatste woorden. Daarna sloot hij de ogen voorgoed en werd zijn stoffelijk overschot enige dagen later aan de kleibodem van het Varikse kerkhofje toevertrouwd. De dood van Stoffel betekende ook het naderend einde van een van de meest geruchtmakende sekten, die ons land ooit heeft gekend.

Stoffel, zoon van een turfschipper uit Puttershoek en zijn volgelingen zijn de geschiedenis ingegaan als de Nieuwlichters. Ze vormden een soort commune, die na verloop van tijd niet alleen de gemeenschap van goederen, maar ook de gemeenschap van vrouwen (het vrije huwelijk) propageerde. In het begin van de vorige eeuw werd hier schande van gesproken. De Nieuwlichters (spottend afgeleid van het Nieuwe Licht) kwamen dan ook om de haverklap in de gevangenis terecht of anderzijds met de justitie in aanraking. Van deze commune, die toentertijd zoveel deining veroorzaakte, is nu niets meer over. De enige herinnering aan deze gemeenschap, vormt het woord "nieuwlichter" , dat nog steeds op smalende wijze wordt gebruikt als iemand met nieuwe ideeën op de proppen komt. Ook in Varik, de laatste rustplaats van stichter Stoffel Muller, zijn alle sporen van de Nieuwlichters verdwenen. Op het kerkhof staat geen steen of ander teken, waarvan is af te leiden dat hier de moegestreden voorman van "de Zwijndrechters" zoals de commune ook wel genoemd werd, een laatste rustplaats heeft gekozen. Wellicht zijn er zelfs maar weinig inwoners van dit dorp, die van dit feit op de hoogte zijn. Toch is het markant genoeg om er even bij stil te staan. Op 3 augustus 1833 ongeveer 175 jaar geleden,was het dat Maria Leer haar 62- jarige man levenloos de kleine Varikse haven binnenvoer.

IN VERVAL
Het was zuiver toeval dat Maria koers zette in de richting van de dikke Varikse toren. Maria en hij waren min of meer op de vlucht. De commune in Zwijndrecht, waarvan zij het middelpunt waren, was steeds meer in verval geraakt. Het ene incident volgde het andere op en Stoffel zag hoe zijn levenswerk langzaam maar zeker afgleed naar een bedenkelijk niveau. Er was zelfs een broeder, die te kennen gaf een vrouw van slechte zeden te trouwen. Stoffel werd om toestemming gevraagd er gaf die aanvankelijk. De volgende dag kreeg hij er spijt van. Om de huwelijksvoltrekking te ontlopen, stapte hij met Maria aan boord van zijn Rijnschip en voer zo maar willekeurig in de richting van Tiel. Het zou de laatste reis worden van een in de vreze des Heren opgevoede schipperszoon, die op 46- jarige leeftijd tot de overtuiging was gekomen, dat alle eigendom (met name het geld) de bron is van het kwaad. Daarom, zo redeneerde hij, dient het aardse bezit aan God te worden teruggegeven. Hij beschouwde het als zijn taak het "leengoed" weer in handen te geven van zijn hemelse vader. Stoffel kreeg in die beginfase allerlei visioenen. Geheel in paniek rolde hij dan zijn kooi uit en rende over de nevelige weidevelden, zich inbeeldend dat hij in de wolken liep. Het zat hem in het begin al niet mee. Zijn eerste vrouw Helena Groenendijk zag niets in zijn met tal van Bijbelspreuken gelardeerde ideeën. Zij hield het niet langer bij hem uit, omdat Stoffel op den duur vrijwel niets anders meer deed dan dag en nacht praten over het nieuwe vrederijk, waarin alle gelovigen alle goederen hadden verdeeld. In 1817 ontmoette hij een vrouw, die wel in hem geloofde: de 17 jaar jongere naaister Maria Leer, een weeskind met een sterk godsdienstig besef. Ook zij had het dikwijls tijdens aangrijpende zware visioenen zwaar te verduren. Zo was ze eens zuchtend en kreunend ingeslapen en voelde vervolgens de bedstee vervaarlijk schudden. De bedstee veranderde in een rozenprieel, waar zich eerst de duivel en daarna Jezus openbaarde. Maria balde haar vuist om de duivel schrik aan te jagen en koos voor Jezus. Op dat moment wist ze het zeker: ze was wedergeboren en legde haar ziel in de handen van de vrome Stoffel, die haar meenam naar Wadinxveen, waar zij in de echt werden verbonden.

SOBER
De Bruiloft werd een spektakel van jewelste. De bezoekers raakten in een staat van opperste geestenvoering, te meer als volgelingen als Arie Goud en de voormalige veldwachter Dirk Valk het op hun heupen kregen. Stoffel, Arie en Dirk werden de steunpilaren van dit nieuwe communisme van de broederschap. Ze verkochten al hun bezittingen en kozen na tal van omzwervingen, hun residentie in de haven van Zwijndrecht. Daar groeide de sekte gestaag. De broederschap wist zelfs de oude scheepswerf te verwerven en kan aldus steeds meer volgelingen herbergen. De gemeenschap groeide aan tot 150 leden, die volgens strenge huisregels leefde. Rijken en armen leefden er als broeder en zuster in sobere afzondering, zich verzettend tegen de wereld om hen heen en vooral tegen het gezag. De broederschap verkocht aanvankelijk zwavelstokken om aan de  nodige inkomsten te komen.
Dat was niet meer nodig toen de Vlissingse chocoladefabrikant Philippus Mets zich bij hen aansloot. Hij leerde hen hoe ze chocolade moesten fabriceren en verkopen. Stoffel zag het in die fase al niet meer zitten. De commune trok veel individuen van minder allooi aan. Veel havelozen met een grote mond, die de rust verstoorden door allerlei incidenten. Hij werd hierdoor steeds meer gekweld en takelde zienderogen af. Als de groep weer in uiterste geestvervoering raakte, lukte het hem niet meer de zaak te kalmeren. Schandalen, althans naar de opvattingen van toen, deden hun intrede en dat was voor Stoffel het sein op te stappen. Met Maria nam hij de vluchht en zou nimmer in de broederschap terugkeren.

LOU
Wie dit leest, trekt onwillekeurig een vergelijking met de veelbesproken sekte van Lou de Palingboer, die van veel recenter datum is. Lou waande zich onsterflijk, maar kon niet verhinderen dat hij in maart 1968 in een klein Belgisch dorp de laatste adem uitblies. Er zijn zeker overeenkomsten tussen Stoffel Muller en Louwrens Voorthuyzen alias Lou de Palingboer, maar Stoffels vroomheid wordt doorgaans toch wat serieuzer getaxeerd. Lou overleed te midden van zijn volgelingen, die hem omringden met een hels spektakel. Stoffel zeeg ter aarde in het bijzijn van alleen Maria, die hem toevertrouwde aan de schoot van het Betuwse dorp Varik. Zo’n 175 jaar geleden.